Verlies van plas
Wanneer verlies je plas?
Je kunt plas verliezen als:
- je je inspant en je druk op je buik zet. Bijvoorbeeld als je moet niesen, lachen, hoesten of spingen. Dat noemen we ‘stress-urine-incontinentie’;
- je plotseling heel nodig moet plassen en je je plas niet meer kunt ophouden. Dat noemen we ‘urge-urine-incontinentie’;
- je een combinatie van deze twee klachten hebt. Veel ouderen hebben daarmee te maken.
Waarom verlies je plas?
Heb je een plasklacht, dan is het belangrijk erachter te komen wat de oorzaak is. Pas dan kunnen we je als bekkenfysiotherapeut een advies geven dat bij jou past.
Je kunt plas verliezen door:
- te actieve bekkenbodemspieren;
- te weinig actieve bekkenbodemspieren;
- bekkenbodemspieren die op het verkeerde moment iets of niets doen;
- een zwangerschap;
- een bevalling;
- een verzakking;
- een blaasontsteking;
- een vergrote prostaat.
Hoe wij die klachten behandelen
Samen kijken we naar je klachten. Waar komt deze vandaan? Wij vinden als bekkenfysiotherapeut niks gek. Dus je kunt ons alles vertellen.
Afhankelijk van je klachten geven we een behandeling die bij jou past. We doen als dat nodig is bijvoorbeeld oefeningen met je om te ontspannen. Of we laten zien hoe je je bekkenbodemspieren kunt voelen, loslaten en aanspannen.
We geven je ook informatie over hoe je het beste kunt plassen en poepen. Want veel klachten kunnen ontstaan of erger worden doordat je niet goed gebruik maakt van de wc.
Als het nodig is, kunnen we gebruik maken van:
- myo-feedback. Hierbij meten we de elektrische spanning van de bekkenbodemspieren. Hoe actief zijn deze spieren? Zijn ze te weinig actief of juist te veel?
- elektrostimulatie. Hierbij prikkelen we de zenuwvezels in de bekkenbodem. Dit helpt om je bekkenbodemspieren beter te laten werken.
Goed plassen doe je zo: acht tips
1. Zit rechtop op de wc, voeten op de grond, handen op de bovenbenen.
2. Ontspan je bekkenbodemspieren. Wil je weten waar deze zitten? Plas altijd in een keer rustig uit. Laat je blaas helemaal leeglopen.
3. Help niet mee, laat je blaas het werk doen. Zet geen druk, adem rustig naar je buik.
4. Komt er geen plas meer? Kantel je bekken een paar keer naar voren en naar achteren. Dan raak je de laatste scheutjes en druppels plas uit je blaas ook kwijt
5. Span je spieren in je bekkenbodem na het plassen even goed aan, laat ze dan los en sta op.
6. Heb je het gevoel dat je moet plassen, maar komt er geen of nauwelijks plas? Kantel je bekken een paar keer naar voren en naar achteren, terwijl je in- en uitademt. Of span je spieren in je bekkenbodem een paar keer rustig aan en laat ze weer los.
7. Onderbreek het plassen niet door je bekkenbodem aan te spannen en weer los te laten. Dus plas niet, zoals wij dat noemen, in ‘stippeltjes of streepjes’. Daardoor kun je blaasontstekingen krijgen.
8. Heb je echt een plasklacht? Maak dan een afspraak met een bekkenfysiotherapeut. Dan krijg je een advies dat bij jou past.